Visualiseer dat subpersoon A op je ene hand staat en subpersoon B op je andere hand. Zorg dat ze beide aanwezig zijn op alle zes de ontwikkelingsniveaus.
Begin de dialoog met de subpersoon waarmee je je het minst vertrouwd voelt, deze noem ik subpersoon A. Laat hem/haar zich uitgebreid voorstellen aan B: wie hij/zij is, wat hij/zij denkt, voelt, bezielt,….
Verplaats je aandacht vervolgens naar subpersoon B. Omdat dit een bekender subpersoon voor je is, kun je hier waarschijnlijk gemakkelijker contact mee maken. Laat vervolgens de informatie van A tot B doordringen. Wat doet dit met subpersoon B? Welke gevoelens en gedachten roept A bij B op?
Pas als subpersoon B subpersoon A echt gehoord heeft en heeft gevoeld wat dit met hem doet, reageert B op A.
Op deze manier ontvouwt zich de dialoog tussen A en B. Zorg ervoor dat het niet verwordt tot alleen een mentale woordenwisseling. Sta voortdurend stil bij wat de uitgesproken woorden met zowel A als B doen op emotioneel en fysiek niveau.
Als je het gevoel hebt dat je de dialoog voldoende doorleefd hebt, kijk dan eens vanaf een afstandje naar je twee subpersonen. Benoem van beide een kwaliteit; iets positiefs dat deze subpersoon je brengt.
Heb je vanaf deze helikopterview een tip voor je subpersonen om effectiever met elkaar samen te werken?
Check deze tip bij elke subpersoon. Voelt het goed voor beide om de tip te gaan toepassen?
Inloggen
Voor toegang tot deze training is inloggen vereist. Voer hieronder je gegevens in!